Elektrisch rijden maakt elektriciteit aanzienlijk duurder

… en alleen de overheid wordt daar beter van

Het gezegde “wat we zelf doen, doen we beter“ dat Vlaamse politici graag in de mond nemen, leidt nog maar eens tot een belgenmop.

De overheidsregulator van de energiesector (VREG) geeft er namelijk de voorkeur aan om de elektriciteitsdistributie duurder te maken om gebruikers ertoe aan te zetten minder stroom te verbruiken, eerder dan te investeren in de vernieuwing van het stroomnet die zo broodnodig is om (onder meer) te voorzien in laadpalen en thuislaadpunten, waarmee beantwoord zou worden aan de verhoopte aangroei van het elektrisch wagenpark.

Concreet betekent dat voornemen – dat vanaf 2022 effectief zou worden – dat wie zijn elektrische of laadbare hybride voertuig oplaadt en tegelijk andere stroomverbruikers gebruikt (wasmachine, vaatwasser, warmtepomp) op zijn totaalverbruik een aanzienlijk hogere distributiekost aan de netbeheerder zal betalen, omdat die distributiekost voortaan op basis van het piekverbruik berekend zal worden.

In de huidige configuratie gaat ca. één derde van de elektriciteitsfactuur effectief naar de verbruikte elektriciteit zelf, 45% naar aanleg, beheer en onderhoud van het elektriciteitsnet (de distributiekost), en de rest naar overheidstoeslagen zoals BTW en andere taksen.

Vanaf 2022 zou de factuur (of dan toch het aan de distributiekost toe te schrijven gedeelte ervan, en uiteraard de daarop geheven overheidstoeslagen) met een aanzienlijk percentage kunnen toenemen, niet om noodzakelijke nieuwe investeringen in de infrastructuur te bekostigen, maar enkel om mogelijk meerverbruik terug te dringen.

Of hoe de overheid met de ene hand de transitie naar elektrisch rijden promoot, om met de andere hand haar zakken te vullen.

LDR